• Lorem ipsum

Heerlijke kwalitatieve Champagne

De wijnstreek Champagne is de meest noordelijke wijnstreek van Frankrijk. De streek staat bekend om de mousserende wijnen die er geproduceerd worden. Enkel deze mousserende wijnen, gemaakt in deze wijnstreek, mogen champagne heten.

Toon:
Geen producten gevonden...

Heerlijke kwalitatieve Champagne

Champagne kopen

Een mousserende wijn die altijd kan? Champagne! Tegenwoordig drinken we champagne niet alleen wanneer we iets te vieren hebben, zoals een mijlpaal of feestdag. Integendeel! Een fles champagne is een uitstekend cadeau, het perfecte aperitief voor een diner en uiteraard ook een eersteklas begeleider van een romantische date night met je lover. Reden te meer dus om nu een bruisend flesje champagne te kopen en te ‘ploppen’!

Wat is champagne? 

Als we aan een willekeurig iemand zouden vragen wat champagne nu is, dan krijgen we vast een antwoord als: champagne is wijn met bubbels! Kort door de bocht: bubbeltjeswijn. Dat klopt in de praktijk ook zeker, maar in de theorie komt er veel meer bij kijken. Champagne is een mousserende wijn, waarmee met de term ‘mousserend’ inderdaad wordt bedoeld dat er bubbeltjes in de wijn zitten. Die welbekende opstuivende bubbeltjes in het glas noemen we ook wel belletjes, prik of koolzuur. De bubbels zijn er met een reden, want ze geven een verfrissend of verkwikkend smaakeffect aan de mousserende wijn. Maar om van een mousserende wijn daadwerkelijk champagne te maken, zijn er nog meer vereisten. 

Champagne mag officieel pas echt champagne heten, als deze afkomstig is uit de gelijknamige Champagnestreek (de meest noordelijke wijnstreek in Frankrijk) en als voor de productie de ‘Méthode traditionnelle’ is gebruikt. Voorheen werd deze manier van wijn maken ook wel ‘Methode Champenoise’ of ‘Champagne-methode’ genoemd. En dat is natuurlijk geen toeval! Waarom hebben ze het dan verandert? Omdat ook andere kwaliteitswijnen volgens dezelfde methode werden gemaakt en het daardoor soms onduidelijk was of het nu om champagne ging of een andere wijnsoort. 

Heel simpel gezegd, in de basis is champagne: bubbels + Champagnestreek in Frankrijk + Méthode Traditionnelle. Maar vergis je niet, er zijn nog veel meer strenge regels waaraan Champagne moet voldoen. Zo zijn er ook strikte voorschriften voor de snoeiwijze, de druivensoorten, het minimale alcoholpercentage en ook voor de bewaartermijn van Champagne voordat ze verkocht mogen worden (minimaal 15 maanden). Sinds de 20e eeuw is de naam Champagne dan ook beschermd. 

Wist je trouwens dat de Champagnestreek op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat? Naast wijngaarden, wijnkelders en champagnehuizen maakt de Champagnestreek hier sinds 2015 deel van uit. De Fransen zijn hier ongelooflijk trots op en dat is natuurlijk ook geheel terecht.

Het ontstaan van champagne

Zoals met elke drank is er ooit iemand geweest die het bewust of onbewust heeft uitgevonden. Voor Champagne is dat niet anders, maar er zijn verschillende verhalen over de echte oorsprong. We nemen even een bruisende duik in het verleden en landen als eerste in de 5e eeuw. De Romeinen waren op dat moment in Champagnestreek en waren toen al drukdoende met de wijnbouw. Grappig weetje is dat de Romeinen deze streek toen ‘Campania’ noemde, wat toch wel wat overeenkomsten heeft met de Champagnestreek zoals we dat nu kennen. 

We maken een tweede sprong naar de 10e eeuw. Destijds ontstond een flinke concurrentie tussen de wijnboeren uit de Bourgogne aan de ene kant en de wijnboeren uit de Champagnestreek aan de andere kant. De meeste (rode) wijn werd namelijk uit de Bourgogne aangevoerd en de wijnboeren uit de Champagnestreek probeerden met man en macht ook een voet tussen de deur te krijgen. Ze probeerden daarom dezelfde kwaliteit van (rode) wijn te produceren. Dat was het moment dat de mousserende versie van champagne per toeval werd ontdekt.

De wijnboeren in de Champagnestreek ontdekten de mousserende versie van Champagne dus per ongeluk. In hun poging om dezelfde kwaliteit (rode) wijn te maken, kwamen ze erachter dat de koude winters in het noorden van Frankrijk de fermentatie van wijn stopte. De gistcellen in de wijn begonnen letterlijk en figuurlijk aan hun winterslaap. Er werd dus geen suiker meer omgezet in alcohol. Maar, toen werd het lente en de temperatuur steeg weer! De gistcellen ontwaakten, begonnen opnieuw met het fermentatieproces en maakten nu naast alcohol ook koolstofdioxide (CO2) aan. De bubbels waren een feit! En dat hebben ze in de Franse wijnkelder geweten. Er explodeerde letterlijk wijnflessen! De Franse koning Hugh Capet was één van de eerste die deze mousserende wijn serveerden tijdens banketten, ook al was er toen nog maar een hele kleine oplage.

Het ontstaan van de bubbels in de wijn bracht een behoorlijke uitdaging met zich mee. Alhoewel de bubbels per toeval ontdekt zijn, moest er ook nog een manier worden uitgevonden om de bubbels in de fles te houden. De flessen waren in die tijd nog lang niet zo sterk als nu. Veel flessen mousserende wijn explodeerden dan ook al voordat de wijn gedronken kon worden. Er zijn verschillende mensen die in die tijd een poging hebben gedaan om de (champagne)bubbels in de fles te houden. Degene die er uiteindelijk in slaagde was de heer Dom Pérignon, een monnik en keldermeester in Frankrijk. 

Dom Pérignon, ook wel ‘de vader van de champagne’ genoemd, begon in 1668 met het produceren van wijnen in de Champagnestreek. Door zijn inzet zijn er vele verbeteringen in het productieproces van mousserende wijnen doorgevoerd. Zo slaagde hij erin om de drukkracht in de champagnefles te verlagen. Hij ontdekte namelijk dat je de kurk het beste kon vastmaken met ijzerdraad. Klinkt dat je al bekend in de oren? Dit noemen we tegenwoordig het ‘muselet’. Door deze uitvinding verdween het geknal in de wijnkelders in Frankrijk, iets waarmee de wijnboeren ontzettend blij waren. Nu konden ze meer flessen wijn verkopen! Al in 1720, vijf jaar na de dood van Dom Pérignon, gingen er ruim 30.000 flessen Champagne naar het buitenland.

Champagne uit Frankrijk

De wijnstreek Champagne is eigenlijk niet erg geschikt voor de wijnbouw. De gemiddelde temperatuur is 10 graden Celsius en in het voorjaar valt er vaak regen. De unieke bodemsamenstelling zorgt er echter voor dat wijnbouw toch mogelijk is. De dikke laag kalk in combinatie met het krijt in de bodem (van soms wel 200 meter dik), houdt de warmte goed vast en zorgt daarnaast voor een goede afwatering. Dit is ideaal voor de druivenstokken en bovendien uitstekend om de flessen champagne te laten rijpen. 

In de Franse wijnkelders - die uit diezelfde kalkbodem zijn gehakt en een ideale temperatuur en luchtvochtigheid hebben - liggen dan ook miljoenen flessen champagne opgeslagen.

In Epernay en Rheims ligt bij elkaar al ruim 350 km (wauw!) aan ondergrondse kelderstelsels die gewijd zijn aan het bewaren en conserveren van champagne.

Welke druiven worden gebruikt om champagne te maken?

Als we kijken naar de productie van champagne dan zien we dat er drie druivensoorten de belangrijkste zijn, te weten: 

  • de Chardonnay-druif (wit) 
  • de Pinot Noir-druif (blauw) 
  • de Pinot Meunier-druif (blauw) 

Maar dit zijn niet de enige toegestane druivensoorten die worden gebruikt. Zo kunnen ook de Pinot Blanc-druif, de Arbane-druif, de Fromenteau-druif (= pinot gris) en de Petit Meslier-druif worden gebruikt om champagne te maken. Al zie je deze laatste vier druivensoorten steeds minder. Om champagne te maken worden meestal twee of drie druivenrassen gebruikt (dit noemen we een ‘blend’), maar het komt ook voor dat slechts één druivensoort wordt gebruikt. Een mooi voorbeeld hiervan is een Blanc de Blanc-champagne.

Hoe wordt champagne gemaakt?

Zoals de strikte regels voorschrijven, wordt champagne gemaakt volgens de ‘Méthode traditionnelle’. Nadat de druiven zijn geoogst, geperst en geblend vindt de eerste gisting plaats. Dit noemen we ook wel het fermentatieproces waarbij de gistcellen suikers omzetten in alcohol. Om champagne te maken is een tweede gistingsproces nodig, zodat er bubbels ontstaan. De Franse wijnmaker voegt daarom een mengsel van gist en (riet)suiker toe aan de nog stille fles wijn (zonder bubbels). Vervolgens wordt de fles afgesloten en ontstaat langzaam CO2 (= koolzuurgas) in de fles. De stille wijn wordt hierdoor mousserend.

Champagne produceren vergt geduld. Het verschilt per wijnmaker, maar zodra het tweede gistingsproces is voltooid, kiest de wijnmaker ervoor om de champagne nog een tijdje te laten rusten in de wijnkelder. Zo tussen de 9 en 36 maanden ligt de champagne in een koele en donkere ruimte zodat het toegevoegde gist van het tweede gistingsproces kan zinken naar de hals van de fles. De champagneflessen worden daarom regelmatig steeds een beetje verder naar beneden gedraaid of gekanteld (met de hand of machinaal), zodat al het gist uiteindelijk in de hals van de fles zit, net voor de opening. Door de champagnefles vervolgens kort te bevriezen (men dompelt de fles onder in vloeistof van -25 graden Celsius), kan de wijnmaker de prop met gist uit de fles halen. Hierbij gaat ook een beetje champagne verloren. 

De wijnmaker vult de fles champagne vervolgens aan met gezoete wijn, dit noemen we ook wel ‘Liqueur d’expédition’. De hoeveelheid suiker in deze gezoete wijn bepaalt vervolgens welke term de mousserende wijn krijgt, zoals ‘Champagne Brut’ of ‘Champagne Demi-sec’. Nadat de champagne is aangevuld, wordt de fles netjes afgesloten met een kurk en muselet (= ijzerdraadje) en wordt de champagnefles voorzien van een mooi label. Komt de champagne dan op de markt? Nee, nog niet! De champagne moet nog minimaal 3 maanden rusten en daardoor krijgt de champagne ook wat extra rijpingstijd. 

Welke soorten champagne zijn er (suikergehaltes)?

Smaken verschillen, maar voor elke smaak is er een champagne. Op het etiket vind je de benamingen van verschillende suikergehaltes terug. Hoe minder suiker is toegevoegd, hoe droger de champagne. Voor champagne bestaan de volgende soorten op basis van het suikergehalte:

  • Brut Nature: < 3 gram suiker per liter
  • Extra Brut: 0-6 gram suiker per liter
  • Champagne Brut: 0-12 gram suiker per liter
  • Extra Sec: 12-17 gram suiker per liter
  • Sec: 17-32 gram suiker per liter
  • Demi-Sec: 32-50 gram suiker per liter
  • Doux: > 50 gram suiker per liter

Kwaliteitsbenamingen champagne

Naast de verschillende suikergehaltes in champagne bestaan er ook nog drie verschillende kwaliteitsbenamingen die gekoppeld zijn per gemeente. Om de kwaliteitsbenaming te bepalen wordt gekeken naar onder andere hellingsgraad, ligging en de bodem omdat deze invloed hebben op de kwaliteit van de druif en de groei hiervan. 

Als de kwaliteitsbenaming wordt toegeschreven, geldt dat voor de gehele gemeente. In de wereld van champagne is dat niet helemaal eerlijk, en daarom zijn deze benamingen een beetje omstreden. Er zit namelijk wel degelijk verschil in druifkwaliteit wanneer deze druif op een noord-helling groeit in plaats van op een zuid-helling. Hierdoor kunnen we ook concluderen dat de benamingen feitelijk geen garantie zijn voor een goede kwaliteit champagne. De drie kwaliteitsbenamingen voor champagne zijn:

  1. Grand Cru (hoogste kwaliteit)
  2. Premier Cru
  3. Cru

Flesmaten van champagne

Champagne komt in vele soorten, maar ook maten! De flesmaat begint met 20m ml en loopt zelfs helemaal tot 30 liter. Nu kom je die laatste niet vaak tegen, zeker niet in de handel, maar ze worden op verzoek zeker gemaakt. In de markt zie je vooral dat de standaardfles van 750 ml en de Magnum Champagne met 1,5 liter vaak worden verkocht. Schenk je champagne als aperitief voor een diner dan is de standaardfles aan te raden, heb je wat te vieren dan is een Magnum-variant van de champagne erg geschikt en het staat ook nog eens extra feestelijk. De Magnum Champagne zie je ook vaak bij de Formule 1 als de coureurs hun overwinning(en) vieren. 

Onderstaande flesmaten van champagne bestaan:

  • Quart/Piccolo/Split: 200 ml
  • Demi (Bouteille): 375 ml
  • Bouteille (= de standaardfles): 750 ml (meest verkocht!)
  • Magnum: 1,5 liter (= 2 flessen champagne)
  • Jerobeam: 3 liter (= 4 flessen champagne)
  • Réhoboam: 4,5 liter (= 6 flessen champagne)
  • Méthusalem: 6 liter (= 8 flessen champagne)
  • Salmanazar: 9 liter (= 12 flessen champagne)
  • Balthazar: 12 liter (= 16 flessen champagne)
  • Nenukadnezar: 15 liter (= 20 flessen champagne)
  • Melchior: 18 liter (= 24 flessen champagne)
  • Souverain: 26 liter (= 34 flessen champagne)
  • Midas: 30 liter (= 40 flessen champagne)

Valt het je ook op dat er veel Bijbelse namen worden gebruikt voor de champagneformaten? Met name de grote flesformaten zijn vernoemd naar Bijbelse figuren. Waarom? Dat is helaas niet duidelijk, maar mooie namen zijn het wel!

Hoe lang kun je champagne bewaren?

Afhankelijk van de soort champagne kun je bepalen hoe lang je een champagne kunt bewaren. Wij onderscheiden 3 categorieën, namelijk:

  1. Champagne zonder jaartal/non-vintage champagne: deze champagne heeft vaak een groot percentage pinot meunier-druif (> 35%). Daarom is het aan te raden om deze champagne niet langer dan 9 maanden te laten liggen. De pinot meunier-druif heeft een fruitig karakter en zorgt ervoor dat de champagne al helemaal op dronk is. Laat je de champagnefles te lang liggen, dan rijpt hij door en is hij al gauw behoorlijk heftig.
  2. Vintage champagne: een vintage champagne heeft langer gerijpt en kan daardoor ook wat langer bewaard worden. Ze bevatten meestal ook geen pinot meunier-druif. Doordat vintage champagnes van uitstekende druiven worden gemaakt zou je, in theorie en onder de juiste bewaarcondities, een vintage champagne maximaal 5 jaar kunnen bewaren. In de praktijk zien we dan echter dat de kwaliteit flink achteruitgaat, dus het advies is om een vintage champagne binnen 1 jaar te drinken.
  3. Prestige champagne: deze champagne heeft de beste kwaliteit op alle gebieden. Door de lange rijping kun je deze champagne ook zo’n 10 tot 15 jaar bewaren.

Hoe maak je een champagnefles open?

Een champagnefles openen lijkt niet moeilijk, maar als je het écht goed wilt doen, dan hoor je geen harde knal en zie je geen wegvliegende kurk. Laat je de champagne wel ‘knallen’, gaat dit ten koste van de bubbels (koolzuur) en dus de smaak. Een fles champagne open je – volgens de experts – als volgt:

  1. Neem een theedoek en maak de gekoelde fles champagne zo goed mogelijk droog. Hierdoor krijg je meer grip op de fles.
  2. Haal de folie van de fles. Plaats nu je duim bovenop de kurk en draai vervolgens het muselet (= ijzerdraadje) los. Dit zijn ongeveer 5 á 6 slagen. Haal het muselet er niet af, maar houd je duim erbovenop zodat je de kurk tegenhoudt.
  3. Breng de champagnefles nu in een hoek van 45 graden en draai met je andere hand aan de onderkant van de champagnefles. Je zult merken dat de kurk steeds meer druk gaat uitoefenen tegen je duim.
  4. Blijf aan de onderkant van de champagnefles draaien totdat je zachtjes lucht hoort ontsnappen. De kurk is er nu bijna helemaal uit. Houd de kurk goed tegen en laat zo zachtjes mogelijk de laatste druk uit de fles ontsnappen. De kurk komt dan met een zachte ‘plop’ helemaal uit de fles.
  5. Houd de champagnefles nog even in een hoek van 45 graden zodra de kurk helemaal uit de fles is. Hierdoor kan alle druk uit de fles ontsnappen zonder dat je champagne morst. 
  6. Serveren maar!

Wil je de champagnefles op een spectaculaire wijze openen, dan kun je met ‘sabreren’ hoge ogen gooien. Het sabreren van champagne betekent het openen van de champagne met een sabel. Het bovenste deel van de champagnefles met de kurk vliegt bij sabreren weg.

Glaswerk champagne

In tegenstelling tot wat je zou verwachten, kun je champagne het beste drinken uit een gewoon wijnglas in plaats van een klassieke flûte. Een champagne flûte is speciaal gemaakt om de bubbels in champagne zo lang mogelijk te behouden, maar de heerlijke aroma’s van champagne komen er niet tot hun recht. Je kunt de champagne in een flûte niet walsen en er is al helemaal geen ruimte voor je neus. Een boller wijnglas leent zich daar uitstekend voor, maar het blijft natuurlijk ook erg leuk om champagne in een flûte te serveren. Doe waar jij je fijn bij voelt! Nog een laatste tip bij het inschenken van de champagne: houd het glas een beetje schuin als je de champagne inschenkt, hierdoor verlies je namelijk zo min mogelijk bubbels en dat komt de smaakbeleving ten goede!